NORTH 6

Hoe het allemaal begon

Er waren eens drie broers

Geen sprookje, maar een waar­gebeurd verhaal: Lorenz, Hans en Adolf Wagner woonden meer dan honderd jaar geleden in de Beierse gemeente Jetzendorf an der Ilm. Ze leerden het schoen­ma­kers­ambacht van hun vader en schreven daarna berg­schoe­nen­ge­schiedenis: als oprichters van de merken LOWA, Hanwag en Hochland.

Begonnen met muziek

De vader van de drie gebroeders Wagner, Johann, was schoenmaker en muzikant. Hij speelde in de muziekkapel van Jetzendorf, die in 1850 was opgericht door zijn broer Josef Wagner. Johanns zoons Lorenz, Hans en Adolf waren ook muzikaal en waren al snel van de partij. Met hun kapel speelden ze, afhan­kelijk van de gele­genheid, levendige volks­muziek of gedragen kerk­muziek. Na zijn oom en zijn neef nam uitein­delijk Lorenz Wagner de leiding van het ensemble over.

Lorenz beschreef later hoe hij muziek gebruikte om de basis te leggen voor de bouw van zijn schoen­makerij:

 4.0.1

“In die tijd was het gebrui­kelijk dat een schoenmaker op het plat­teland ook muzikant was. Ik speelde op brui­loften en bij andere gele­genheden en verdiende daar een leuk bedrag mee. Daarmee kocht ik eerst de meest nood­za­kelijke machines.”

Lorenz Wagner | LOWA

  • Het ouderlijk huis van Lorenz Wagner, met schoenmakerij en schoenenwinkel. In 1922 nam hij het eigendom over.

    Het ouderlijk huis van Lorenz Wagner, met schoen­makerij en schoe­nen­winkel. In 1922 nam hij het eigendom over.

Binnen een straal van 10 kilometer

De vraag naar schoenen was groot in de jaren 20 van de vorige eeuw, want schoenen waren het belang­rijkste verplaat­sing­middel. Zowel op het plat­teland als in de stad reisden mensen voor­na­melijk te voet. De broers van Lorenz vestigden zich als zelf­standige schoen­makers. Hans Wagner ging naar Vier­kirchen, zijn broer Adolf naar Weichs. Beide plaatsen liggen ongeveer 10 kilometer van Jetzendorf. De muziekkapel werd opgeheven en de geschiedenis van de drie schoe­nen­merken begon.

Het huidige merk Hanwag werd al in 1921 opgericht. Hans Wagner leverde schoenen aan een bedrijf in München en produ­ceerde al snel zijn eigen tradi­tionele schoenen. Hij breidde zijn bedrijf voort­durend uit en bracht zijn schoenen vanaf 1952 op de markt onder de naam Hanwag. De eerste 83 jaar bleef de fabriek in het bezit van de familie. De oprichter van het bedrijf werd opgevolgd door zijn neef Josef Wagner, zodat Hanwag in deze periode maar twee bedrijfs­leiders had. Sinds 2004 is het bedrijf onderdeel van Fenix Outdoor AB. Het 'broe­der­be­drijf’ is tot op de dag van vandaag een vriend­schap­pelijke concurrent van LOWA.

Adolf Wagner, de jongste van de drie broers, trouwde in 1923 in Weichs, nam daar de plaat­selijke schoen­makerij over en ontwikkelde die in tien jaar tot een schoe­nen­fabriek met 30 perso­neelsleden. Onder de afkorting 'A.W.’ waren zijn berg- en skischoenen zeer succesvol. Net zoals zijn broers produ­ceerde hij in de oorlog schoenen voor de Gebirg­sjäger. Na de oorlog maakte hij een nieuwe start onder de naam Hochland. Zijn dochter Emma nam in 1955 samen met haar man het bedrijf over, dat in de jaren 50 en 60 wereldwijd bekend was. Halverwege de jaren 70 werd de schoe­nen­fabriek verpacht aan het bedrijf Romika, dat er hoog­waardige wandel­schoenen produ­ceerde. De concur­ren­tiedruk was echter te groot en in 1981 moest de fabriek defi­nitief zijn deuren sluiten.

De “Ilmtaler Sport­schuh­fabrik”

De paral­lellen met de geschiedenis van zijn broers zijn onmis­kenbaar: Lorenz Wagner, geboren in 1983, nam in 1922 als oudste zoon het bezit van zijn ouders in Jetzendorf over. Daarbij hoorde wat grond en de schoen­makerij van zijn vader Johann. Lorenz had grote plannen: hij wilde samen met zijn vrouw Therese de plat­te­lands­schoen­makerij uitbouwen tot een echt bedrijf. Hij kocht zijn eerste machines en richtte in 1923 zijn eigen bedrijf op, dat toen nog niet LOWA heette. Waar­schijnlijk opereerde hij eerst gewoon onder zijn eigen naam. In de jaren 30 duikt het bedrijf als “Ilmtaler Sport­schuh­fabrik” in docu­menten op. Het succes kwam er: in 1925 had Lorenz Wagner twee mannelijke arbeiders van boven de 16 jaar in dienst. In 1930 waren er al zeven mede­werkers – zes mannen en een vrouw. De ruimte werd te krap. Het eerste fabrieks­gebouw werd gebouwd, 15 bij 6 meter groot.

Vanaf februari 1930 werkte een ijverige leer­jongen met de naam Josef Lederer mee in het bedrijf. Hij vertelde later:

 4.0.1

“Op zolder waren de schoen­makers onder­ge­bracht, daar hoorde ik als leer­jongen ook bij. Iedereen – ook degenen die in het dorp woonden – kreeg maal­tijden in het huis. Het eten was onderdeel van het loon. Als leer­jongen moest je leergeld betalen – ik mocht de schoenen van mijn latere vrouw poetsen.”

Sepp Lederer | LOWA

  • AlteFotos_9

Maar of hij dat toen al wist? Na zijn leertijd verliet Josef Lederer LOWA, maar meer dan 15 jaar later kwam hij terug en trouwde hij met Berta Wagner, de dochter van de oprichter van het bedrijf.

In de begintijd van LOWA werden voor­na­melijk tradi­tionele Beierse Haferl­schuhe van leer gemaakt. Al snel produ­ceerde de fabriek echter ook 'sport­schoenen’, dus berg- en skischoenen. Die werden ook van leer gemaakt. In de 'gouden jaren twintig’ beleefde de alpi­nesport een opleving, waar schoen­makers als Lorenz, Hans en Adolf Wagner van profi­teerden.

Hoe het allemaal begon 100 jaar LOWA

1923

Lorenz Wagner richt in 1923 zijn eigen schoen­makerij op.

Hij koopt zijn eerste machines en bouwt het bedrijf verder uit. Steeds meer mede­werkers werken aan Haferl­schuhe en berg- en skischoenen.

1930

De ruimte wordt krap en zo ontstaat het eerste kleine fabrieks­gebouw.

In februari van dit jaar begint de latere schoonzoon en opvolger van Josef Lederer als leer­jongen in de schoe­nen­fabriek.

1933

De nati­o­naal­so­ci­a­listen komen aan de macht.

In hetzelfde jaar wordt Lorenz Wagner burge­meester van Jetzendorf en heeft hij in zijn “Ilmtaler Sport­schuh­fabrik” 17 mede­werkers in dienst.

1936

De fabriek groeit, de machines worden aange­dreven met een 13pk-elek­tromotor.

De skischoenen van de eerste generatie worden van leer gemaakt en zijn naar bergen genoemd.

1937

Het bedrijf raakt in financiële moei­lijkheden en Lorenz Wagner treedt daarom

af als burge­meester.

Vijf jaar later wordt hij nogmaals benoemd tot burge­meester van Jetzendorf en dat blijft hij tot 1945.

1939

Na het begin van de Tweede Wereld­oorlog in 1939 produceert de schoe­nen­fabriek schoenen voor de Gebirg­sjäger.

De schoen- en leer­in­dustrie in heel Duitsland wordt al sinds 1934 centraal aange­stuurd en gequoteerd. In de nati­o­naal­so­ci­a­lis­tische econo­mische politiek, die is gericht op zelf­voor­ziening en herbe­wa­pening, krijgen schoen­pro­du­centen als Lorenz Wagner (en zijn broers) een voor­keurs­be­han­deling omdat zij de benodigde werk­schoenen en laarzen produceren.

1944

In de laatste oorlogsjaren werken tot aan 30 Franse krijgs­ge­vangenen uit het manschap­penkamp Moosburg in de schoe­nen­fabriek van Lorenz Wagner.

Ze wonen in het post­kantoor van Jetzendorf. De verhouding tussen de dwang­ar­beiders en hun werkgever is blijkbaar goed: na de capi­tulatie in 1945 bemiddelen de Fransen bij

de binnen­vallende Amerikanen voor de Jetzen­dorfers.

1948

In de tijd na de oorlog worden het bedrijf en het aanbod uitgebreid.

In die tijd ontstaat ook de nieuwe naam van de schoe­nen­fabriek: LO (renz) WA (gner).