Wandelen met kinderen Mama, ik wil niet meer verder!

Dat lijkt logisch, of niet? Maar dat is niet altijd even gemak­kelijk. Zeker als de kinderen nog heel jong zijn en vaak nog weinig zelf lopen. Maar ook als het kind in een draagzak zit, hoeft niet elke tocht te worden uitgelopen en niet elke top te worden bereikt. Wie probeert zijn kind tijd te geven, is aan het einde van de dag vaak veel gelukkiger.

Maar: hoeveel kan mijn kleine kind eigenlijk zelf lopen?

Natuurlijk is daar geen gouden regel voor, want ieder kind is anders. Het belang­rijkste is dat je je kind niet met anderen vergelijkt. Terwijl sommige kinderen al op twee­jarige leeftijd drie kilometer met enkele meters hoog­te­verschil aankunnen, is voor anderen een kilometer zonder hoog­te­meters al een uitdaging. Als het kleine kind zoveel mogelijk zelf moet lopen, kost dat natuurlijk tijd. Dan moeten er aanzienlijk meer pauzes worden ingepland. Maar hoe oud de kinderen ook zijn, ouders mogen één ding nooit vergeten: de benen van het kind zijn veel korter dan hun eigen benen.

Wandelen is mooi en kan heel leuk zijn. Vooral als er iets te ontdekken valt of als er onderweg spannende dingen op de kinderen wachten. Het hoeft dan vaak niet eens een groot avon­tu­renpad te zijn. Van bladeren herkennen tot torens bouwen van stenen – in de natuur is van alles te vinden waarmee gespeeld kan worden. Zoek samen een wandelstok, balanceer op boom­stammen of verstop je in het kreu­pelhout. Crea­ti­viteit kent geen grenzen. Ook klassieke spel­letjes als “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet…” of tikkertje of leuke liedjes kunnen voor afwis­seling zorgen.

Om ouders en kinderen plezier in de natuur te geven, geeft LOWA twee keer per jaar het “Avon­tu­ren­handboek van LO & WA” uit. Iedere uitgave is gewijd aan een bepaald land of een bepaalde streek. Naast een avontuur dat broer en zus LO en WA samen met hun gevederde vriend LOWINGO in het betreffende land beleven, bevat het boekje veel lees­ma­teriaal, raadsels, en tips en trucs voor knut­se­lideeën. Met de pluche slechtvalk LOWINGO kunnen de avonturen ook tijdens de tocht of in een pauze worden nage­speeld.

Vrienden motiveren ons, en bij kinderen is dat net zo. Samen met andere kinderen wandelen kan het plezier in de tocht aanzienlijk vergroten. Van racen en klauteren tot samen wat eten – samen is het twee keer zo leuk. Wie geen wandel­lief­hebbers met kinderen van dezelfde leeftijd in zijn vrien­denkring heeft, kan vaak wel terecht bij wandel­ver­e­ni­gingen of online op sociale media.

Het is duidelijk dat pauzes tijdens het wandelen belangrijk zijn. Voor volwassenen zijn de top of een hut vaak populaire rust­punten. Met zo’n doel voor ogen zijn ook de laatste hoog­te­meters vaak goed vol te houden. Voor kinderen is het net zo. Het uitzicht vanaf de berg of het bereiken van de top vinden ze misschien niet echt belangrijk. Maar de pauzes zijn wel belangrijk. Daarom moeten die zo worden gepland dat ze aantrek­kelijk zijn voor kinderen. Een hut en het voor­uitzicht van een glaasje fris of een gebakje zullen zeker helpen. Als er dieren of een speeltuin bij de hut zijn, is dat natuurlijk nog beter. Maar pas op: verder wandelen kan dan wel wat vertraging oplopen.

Het hoeft ook niet altijd een hut te zijn. Een mooie plek aan het meer, een weiland met bloemen of een beekje doen het ook. Als er dan ook nog een kleine culinaire verrassing in de rugzak zit (choco­la­de­koekjes, een worstje, een mueslireep enz.), zijn de meeste kinderen helemaal gelukkig.

Natuurlijk maken ouders zich voor een wandeltocht vaak zorgen over de vraag of ze alles hebben ingepakt en of het kind goed is aangekleed. Vooral in de tussen­sei­zoenen is het belangrijk om erop te letten dat het kind het tijdens het wandelen niet te koud krijgt. Hiervoor geldt hetzelfde principe als bij volwassenen: zorg voor kleding in laagjes. Afhan­kelijk van de tempe­ratuur kan er een laagje worden aan- of uitge­trokken.

Naast de juiste kleding is ook bescherming tegen de zon belangrijk. Voldoende insmeren met zonne­brandcrème is een must bij elke wandeltocht. Vergeet vooral ook de nek niet. Een zonnehoed of multi­func­tionele sjaal geeft ook goede bescherming en mag niet ontbreken in de rugzak.

Om gejengel te voorkomen en de natuurlijke ontwik­keling van de voet te onder­steunen, is een goede kinder­wan­del­schoen ook de moeite waard. Kinder­voeten zijn niet zomaar een kleine versie van “volwassen” voeten, ze zijn veel veel­ei­sender. Ongeveer een kwart van de botten van de mens zit in de voeten. Bij kinderen is dit botweefsel echter nog niet volledig ontwikkeld. Bovendien zijn de banden nog veel elas­tischer en is het pijn­gevoel minder goed ontwikkeld. Daarom kunnen kinderen in een schoen­winkel ook niet zeggen of een schoen past of niet. Ze kunnen hun tenen krullen zonder dat dat onaan­genaam is. Maar hoe vind je de juiste maat? Een goede methode is het verwijderen van de binnenzool, wat bij alle LOWA-schoenen mogelijk is. Zo wordt niet alleen de lengte van de zool duidelijk, maar ook of de schoen in de breedte past.