LOWA PRO Team Gerlinde Kalten­brunner

Met LOWA op 14 acht­dui­zenders

De interesse van Gerlinde Kalten­brunner voor berg­be­klimmen werd al op jonge leeftijd geboren en gevoed. Haar bijzondere intro­ductie in de wereld van de bergen kreeg ze van de leider van de jeugdgroep van haar plaat­selijke parochie Spital am Phyrn in Oostenrijk, pastoor Erich Tischler. Hij nam Gerlinde Kalten­brunner na de zondagsmis mee op talrijke berg­tochten, om te beginnen op de lokale bergen rondom de parochie. In de jaren erna liet ze geen gele­genheid om te klimmen voorbij gaan.

Haar grootste droom – een acht­dui­zender beklimmen – ging in vervulling toen ze 23 was, En wel met de beklimming van een van de toppen van de Broad Peak in Pakistan, met een hoogte van 8027 meter. Sindsdien liet de gedachte aan de hoogste bergen haar niet meer los. Na de beklimming van de Nanga Parbat in 2003, haar vijfde berg van meer dan acht­duizend meter, wijdde ze zich volledig aan het profes­sionele berg­be­klimmen. Met de beklimming van de K2 in 2011 heeft Gerlinde Kalten­brunner haar droom waar­gemaakt: ze heeft alle veertien acht­dui­zenders beklommen. Zij is de eerste vrouw die alle veertien acht­dui­zenders zonder hulp van extra zuurstof heeft beklommen.

Haar passie voor de hoogste bergen van de aarde werd in 2016 beloond op de Inter­na­tionale Fachmesse für Sport­artikel und Sportmode (ISPO) in München. Op deze beurs kreeg Gerlinde Kalten­brunner de ISPO-beker voor “Sport­per­soon­lijkheid van het jaar”. Niet alleen alles wat Gerlinde voor de sport heeft gedaan, maar ook haar maat­schap­pelijke betrok­kenheid werd gewaardeerd. Al sinds vele jaren zet de extreme berg­be­klimster zich in voor Nepalhilfe Beil­ngries, een orga­nisatie die de bouw van dorps­scholen, kinder­te­huizen en poli­kli­nieken realiseert.

Feiten & informatie

Geboor­tedatum:
13.12.1970
Geboor­te­plaats:
Kirchdorf
Land:
Attersee
Beroep:
verpleeg­kundige
Favoriete klimplek:
Gesäuse/Stier­marken
Lokale berg:
Schafberg en Mahdlgupf
Lengte:
1,73 m
Gewicht:
55 kg

Gerlinde Kaltenbrunner,
Wanneer ben je bij LOWA gekomen?

“Ik ben sinds 2004 prof­partner bij LOWA. Maar voor de officiële samen­werking droeg ik ook al meestal LOWA-schoenen. Daardoor kon ik me direct iden­ti­ficeren met het merk, en ik ben sindsdien altijd met veel plezier op pad met LOWA.”

Wat houdt volgens jou een goede samen­werking in?

“Voor mij betekent een goede samen­werking dat wij als sporters onze ideeën mogen inbrengen in de producten. Vooral bij de modellen die we zelf altijd gebruiken. Verder ben ik blij dat Werner Riethmann op het gebied van gespe­ci­a­li­seerde schoenen, waarvan geen grote aantallen worden gemaakt, toch voor ons de ontwik­keling en productie mogelijk heeft gemaakt. Naast de expe­di­tie­schoenen zijn ook de ijsklim­schoenen van Ines Papert een voorbeeld. Vanaf het begin zijn we erbij betrokken en werd ons gevraagd: Wat kan er nog worden verbeterd? Wat hebben jullie nodig? In de loop van al die jaren is de samen­werking steeds construc­tiever geworden. Het sportteam is gegroeid. We wisselen ook vaak informatie met elkaar uit en we zijn altijd samen op pad.”

Wat zijn je plannen voor de komende tijd?

“De afgelopen twee jaar ben ik niet op expeditie geweest. Dat was belangrijk en goed voor mij, maar nu begin ik weer het verlangen te voelen om te vertrekken. Volgende zomer wil ik een expeditie naar een mooie zes- of zeven­dui­zender ondernemen. In mijn achterhoofd heb ik nog steeds de Gasherbrum IV, een inte­ressante zeven­dui­zender in Pakistan. Ik zou ook heel graag gaan berg­be­klimmen in India, want daar zijn veel technisch veel­eisende zesdui­zenders. Maar de acht­dui­zenders zijn voor mij verleden tijd. Er zijn nog zoveel mooie zes- en zeven­dui­zenders te ontdekken. Bovendien ben ik op dit moment weer vaak aan het rots­klimmen, wat ik erg leuk vind. Daar is het door de vele expe­dities van de afgelopen jaren niet genoeg van gekomen. Ik wil ook doorgaan met het geven van lezingen. Ik vind het zeer verrijkend om andere mensen te inspireren om hun eigen doelen te bereiken, en het maakt me gelukkig.”

Wat vind je van het toerisme in het hoog­ge­bergte?

“Daar sta ik een beetje dubbel in, want ik ben natuurlijk zelf ook in het hoog­ge­bergte geweest. Alleen omdat ik er nu mee klaar ben, wil ik niet ineens zeggen dat het een slechte ontwik­keling is. Helaas is het er de laatste jaren echter inge­slopen dat steeds meer mensen die geen ervaring hebben met berg­be­klimmen, naar het hoog­ge­bergte trekken. Op de Mount Everest heb ik persoonlijk gezien dat er expe­dities waren met deel­nemers die het al moeilijk vonden om hun klim­ijzers aan te trekken. Die hebben gewoon niet de nodige achter­grond­kennis om zo’n groot doel aan te pakken. Ik zou graag willen dat ieder voor zich het bewustzijn ontwikkelt om eerst kleinere doelen te stellen, die vervolgens op eigen kracht te bereiken en zo ervaring op te doen voor de hogere bergen.”

Welk effect heeft je vega­nis­tische dieet op je topsport?

“Met vega­nis­tische voeding voel ik me helemaal goed. Vooral in Nepal of Pakistan is het heel gemak­kelijk om vegan te eten. Je hebt daar veel plant­aardige gerechten. Er zijn bijvoorbeeld meer dan 35 verschillende soorten linzen, die een zeer hoog eiwit­gehalte hebben. Daarnaast heb je veel rijst-, groente- en aard­ap­pel­ge­rechten. In die landen kom ik echt goed aan mijn trekken, en van huis neem ik dan nog noten, gedroogd fruit en zaden mee. Sinds ik vega­nistisch eet, slaap ik rustiger, is mijn mentale concen­tratie verbeterd en is mijn hersteltijd na trai­nings­sessies korter. Voor mij persoonlijk heeft dit dieet veel voordelen.”

Mijn schoenen voor…