
“In april 2020 valt de geplande Alaska-expeditie met mijn man Luka Lindič in het water. Alle afspraken en lezingen zijn geannuleerd of voor onbepaalde tijd uitgesteld. Plotseling is er niets anders dan tijd.”
— Ines Papert | LOWA PRO Team
Zwitserland
2 vrouwen, 600 kilometer, 18.000 hoogtemeters, 6 wanden en een maand tijd: de twee Duitse alpinisten Caro North en Ines reisden in de zomer van 2020 met de mountainbike van het oosten naar het westen van Zwitserland om enkele van de grote wanden van het land te beklimmen, op routes die voor beiden nieuw zijn.
Hun ethische benadering is duidelijk: Alleen met de kracht van hun benen en de nodige behendigheid willen ze de reis bedwingen. LOWA PRO Team-sporter Ines Papert doet verslag van haar reis …
Samen gelukkig op de top.
Als professionele klimmers zijn we altijd op zoek naar grote avonturen in de meest afgelegen gebieden van deze planeet. Antarctica, Himalaya, Baffineiland, Patagonië, om er maar een paar te noemen. Maar we hebben ook een grote verantwoordelijkheid om onze leefomgeving, de bergen en de natuur te beschermen, en we hebben de taak om deze boodschap naar buiten toe over te brengen.
Maar hoe verhoudt natuurbehoud zich tot het constante vliegverkeer dat ons over de hele wereld brengt? Totaal niet.
De reisbeperkingen in 2020 boden ineens voldoende tijd om na te denken en de levensstijl aan te passen aan de huidige situatie. De klimaatverandering moet worden gestopt en het is eindelijk tijd om als ambassadeurs en topsporters het goede voorbeeld te geven.
“In april 2020 valt de geplande Alaska-expeditie met mijn man Luka Lindič in het water. Alle afspraken en lezingen zijn geannuleerd of voor onbepaalde tijd uitgesteld. Plotseling is er niets anders dan tijd.”
— Ines Papert | LOWA PRO Team
Na een fietstocht in de bergen in de omgeving van Berchtesgaden, waar ik woon, zit ik op mijn zonnige terras en heb ik plotseling zin om met mijn mountainbike op reis te gaan.
Maar wie zou ik enthousiast kunnen maken voor dit idee? De naam Caro North komt meteen in me op. Dat is een sympathieke, jonge en uiterst ambitieuze alpinist die ik in Patagonië heb mogen ontmoeten. Onze uitrusting willen Caro en ik graag meetrekken in een aanhangwagen en we willen ons voeden met lokale producten. Uiteraard zonder ondersteuning van een begeleidingswagen.
De twee vrouwen rijden op hun mountainbike door Zwitserland.
Na een paar telefoontjes staat ons doel vast: Caro’s vaderland, Zwitserland, met zijn vele legendarische rotswanden. In augustus 2020 stap ik in Feldkirch (Oostenrijk) uit de trein en bereik ik net voor het onweer het station van Sargans, waar ik op Caro wacht.
Caro North
Dankzij haar dreadlocks zie ik haar al van verre aankomen. We vallen in elkaars armen en ik voel al snel het enthousiasme dat Caro meebrengt. Ons eerste klimdoel is de Rätikon. Een lastige en steile rit naar boven; bocht na bocht slingert de bergweg omhoog. Het ritme van het trappen is langzaam maar gestaag. We krijgen last van de hitte.
We moeten elkaar eraan herinneren dat we langzaam moeten rijden om later genoeg kracht over te hebben voor het klimmen. Onze fietskar weegt met alle uitrusting ongeveer 35–40 kg, wat een aanzienlijke extra belasting is.
Onze eerste klimtocht begint in de ochtend. We beginnen met de droog gebleven Intifada op de Schweizereck. Een unieke plaatlengte in het begin vraagt alles van ons. Na de inspanning op de fiets vinden we het moeilijk om onze voeten nauwkeurig te plaatsen. We vechten ons touwlengte na touwlengte naar boven. Het stevige ritme van een goed op elkaar ingespeeld team hebben we nog niet. De zon komt op de wand te staan en de laatste lengtes worden een gevecht tegen de hitte. 's Avonds barbecueën we met vrienden en vieren we onze eerste route door een grote wand op deze 'expeditie’.
Stap voor stap werken de twee sporters zich door de wand.
De reis gaat verder na een lange afdaling via Chur naar Disentis, vooral via de Rijnfietsroute naar de bron van de rivier bij de Oberalppas. We hebben al veel hoogte en afstand achter ons als we beginnen aan onze volgende klimroute op de Teufelstalwand boven Andermatt.
De paswegen lijken eindeloos.
Hier is het devies: zelf zekeren in het graniet. Caro is volledig in haar element en bewijst haar vaardigheid in het scheurklimmen. Op de terugweg hebben we pech: ons gas voor het kooktoestel raakt op. Vooralsnog mislukt elke poging om in het lange weekend een winkel te vinden die open is. Via Facebook vinden we een klimmer die ons helpt en op de weg over de Sustenpas twee gaspatronen voor ons achterlaat.
De klimgemeenschap is echt geweldig. Iedereen helpt en ondersteunt elkaar waar dat kan.
Steeds weer ontmoeten ze vrienden die en helpen met levensmiddelen of een laapplek.
Gelukkig maar, want we merken al snel dat we drie keer zo veel levensmiddelen nodig hebben als bij normaal klimmen. Onze brandstof is voedsel en dat betekent dat we altijd in de gaten moeten houden waar de volgende winkel langs de route ligt.
Meer en meer is efficiëntie geboden. We willen geen onnodige afstanden afleggen, we beperken ons al snel tot het noodzakelijke in onze bagage en begrijpen dat lichtheid ook snelheid betekent, net zoals bij klimmen in alpiene stijl.
De klim naar de Sustenpas is niet gemakkelijk, het regent en we klimmen geconcentreerd hoger. Aangekomen op de pas (2224 m) vervangen we snel onze natte zweterige shirts door een fatsoenlijk jack. De afdaling is leuk totdat het weer begint te regenen en mijn achterrem niet meer werkt. Ik voel een lichte paniek opkomen. Die moet ik zo snel mogelijk laten repareren.
Op de camping in Gaumen gunnen we ons na 10 dagen de eerste rustdag. We willen uitgerust de Wendenstöcke beklimmen, waar het nog droog moet worden.
Een laatste beklimming leidt ons met de fiets de Wendenalp op, waarna we uiteindelijk te voet verder klimmen. Het is een warme zomerdag, de wanden liggen op het zuiden. Er staat geen wind en onze ambitieuze plannen smelten bij de approach al als sneeuw voor de zon.
De Excalibur Pfeiler torent imposant boven ons uit. Maar tijdens een traverse naar de approach verandert ons plezier al snel in een totale schok. We komen terecht in een enorme steenval die plotseling uit de lucht lijkt te vallen. Rotsen en hele keien slaan naast ons in en we kunnen niets anders doen dan proberen onder onze rugzakken te schuilen. Naderhand ruiken we alleen nog een sterke zwavelgeur en hebben we bibberende knieën. We hebben geluk gehad, maar ons gebruikelijke enthousiasme vinden we niet makkelijk terug.
“De Excalibur-route heeft na deze angstige momenten de optimale moeilijkheidsgraad voor ons allebei, maar toch valt het ons niet mee. Uitgebreid gezekerd en telkens weer onzekere wrijvingsstappen.”
— Ines Papert | LOWA PRO Team
In Innertkirchen laten we eindelijk de remmen repareren en nemen we nog eens 500 meter hoogte op de koop toe om te voorkomen dat we op de drukke weg moeten blijven. Ons volgende doel zou de Geneefse Pijler op de legendarische Eiger Nordwand moeten zijn.
Op de Eiger vinden we een plek met uitzicht voor ons kleine tentje. Ik verheug me op de dag die voor ons ligt. Maar de wind neemt sterk toe en de temperatuur daalt de hele nacht door. We besluiten daarom tot een late start. Bij de approach moeten we eerst onze tenen warm wrijven en daarna begint Caro aan de eerste touwlengte. Zonder gevoel in mijn vingers en tenen gaat het langzaam. En plotseling het moment dat haar hoofd andere plannen heeft dan haar lichaam.
Ze probeert keer op keer van de laatste boorhaak naar de standplaats te klimmen.
De route door de noordwand van de Eiger vraagt alles van de twee sporters.
Maar intussen zijn mijn vingers ook verdoofd van de kou. De eerste paar lengtes moet ik echt vechten. Halverwege de wand kijken we hoe laat het is en stellen we vast dat we niet genoeg tijd hebben om de top te halen. Gelukkig is er aan de rechterkant een nooduitgang. We laten ons materiaal achter om de volgende dag de beklimming voort te zetten, wat ons lukt.
In het leefgebied van de steenbokken zijn de sporters alleen te gast.
Het is nog weer een paar dagen fietsen tot we bij onze volgende stop aankomen. Onderweg nemen we nog een route op de zuidwand van de Gastlosen mee. Al sinds we Interlaken hebben verlaten, rijden we door tot in de nachtelijke uren. Het voordeel is dat er dan minder verkeer op de weg is. Sinds de gedwongen pauze liggen we ook een beetje achter op ons schema. Het weer speelt een grote rol bij al onze beklimmingen, terwijl je ook bij slecht weer op de fiets kunt zitten.
In het Rhônedal duwt de wind ons in de richting van Martigny voordat we via de pasweg steil omhoog klimmen, de Grote Sint-Bernard op. Met een tussenstop bij vrienden, van wie we al het materiaal voor een alpine route in winterse omstandigheden lenen, gaan we de volgende dag op de fiets en later te voet verder naar de “Cabane du Trient”, een hut op meer dan 3000 m aan de Zwitserse kant van het Mont Blanc-gebied. De gouden granieten pieken van de Aiguilles Dorées hoog boven de Val Ferret verwelkomen ons in het avondlicht. De verse sneeuw is hopelijk inmiddels veranderd in sneeuw die geschikt is om over te lopen.
Het pad naar de wand leidt door een adembenemend sneeuwlandschap.
Onze laatste klimdag vervult meer dan alleen maar dromen. Het licht, het uitzicht, het klimmen, de omstandigheden… alles is perfect, maar wel veeleisend voor onze vermoeide benen. De hele traverse van oost naar west is lang, maar er liggen altijd behoorlijke klimplekken te wachten. We klimmen over de bergkam naar onze laatste top, de Aiguille de la Varappe, 3513 m. Caro en ik omhelzen elkaar stevig en alle kleine meningsverschillen zijn alweer vergeten.
Samen gelukkig op de top.
“Een mooier einde van onze route door Zwitserland had ik me niet kunnen voorstellen.”
— Ines Papert | LOWA PRO Team