Duurzaam wandelen Laat geen sporen achter

Imagefoto met de RENEGADE GTX MID Ws,

Ongerepte land­schappen en zeldzame plan­ten­soorten – wie op pad is in de bergen, duikt in een heel bijzondere natuurlijke omgeving. Om die te behouden zijn er wel wat dingen waar we op moeten letten. Want als we door bossen en weilanden lopen, ons een weg banen door bomen of over rotsen klimmen, dringen we de dieren- en plan­ten­wereld binnen – en daarom moeten we dat zo voor­zichtig en duurzaam mogelijk doen. We laten je met een paar eenvoudige tips zien hoe je een geweldige wande­l­er­varing kunt hebben en toch het milieu kunt beschermen.

Imagefoto met de SIRKOS EVO GTX MID Ws,

Onderweg Besteed tijdens de reis al aandacht aan duur­zaamheid

Je kunt bij het wandelen op heel wat duur­zaam­heids­as­pecten letten, maar je moet ook op de een of andere manier in de bergen komen. Vaak gaat dat met de auto. Maar ook dan kun je bewuster op pad gaan. Misschien kun je de volgende keer gewoon met elkaar meerijden, zodat je niet met drie auto’s de bergen in hoeft om met vrienden te gaan wandelen.

Een andere moge­lijkheid is het openbaar vervoer. Waarom neem je voor de volgende tocht niet eens de trein? Het grote voordeel: Je bent veel flexibeler bij de keuze van de wandelroute, omdat je niet terug hoeft naar de parkeer­plaats, maar vanaf een ander punt op de route kunt terug­reizen.

Wat je natuurlijk ook kunt doen, is de reis helemaal weglaten. Wandel in je eigen omgeving en ontdek tochten naast de deur. In elke regio zijn er wel prachtige tochten die je zelf vaak nog nooit hebt ontdekt. Vrij naar het motto “Waarom ver weg zoekend blijven als 't goede zo dichtbij is”, zijn er in de buurt onge­twijfeld wel wat wandel­hoog­te­punten te ontdekken.

Imagefoto met de TORO EVO GTX MID Ws,

Onderweg Denk na over je wandel­uit­rusting

Natuurlijk is je wandel­uit­rusting ook een belangrijk aspect als je duurzaam onderweg wilt zijn. Om hulp­bronnen te sparen, kun je het beste een hoog­waardige en robuuste wandel­uit­rusting aanschaffen die je meerdere jaren kunt gebruiken. Daarnaast zijn er tal van outdoor­le­ve­ranciers die duurzaam gepro­du­ceerde outdoor­kleding aanbieden. LOWA vertrouwt bijvoorbeeld op “Made in Europe” bij de productie van zijn schoenen en gebruikt alleen hoog­waardige mate­rialen volgens de hoogste kwali­teits­normen. Zo kunnen de schoenen vele jaren gebruikt worden.

Imagefoto met de MADDOX GTX LO,

Onderweg Gebruik je eigen brood­trommel en drinkfles

Om verpak­kingsafval te voorkomen, kun je je eten en drinken voor de wandeling het beste meenemen in herbruikbare flessen en bakjes.

Die zorgen niet alleen voor minder afval, maar hebben ook een prak­tische meer­waarde: Ther­mos­flessen houden je drinken bijvoorbeeld koud of warm. Je kunt ook speciale filter­flessen kopen die eventuele onzui­verheden uit het water filteren dat je uit berg­beekjes haalt. Dat water moet je namelijk niet zomaar drinken, want het kan vervuild zijn. Je kunt drink­flessen het beste alleen bij drink­wa­ter­bronnen vullen. Dan neem je het zekere voor het onzekere.

Ook je lunch- of snack­trommel heeft een prak­tische meer­waarde. Die beschermt het eten tegen druk­punten in de rugzak, en het deksel van de trommel kan ook in een hand­omdraai worden omge­toverd in een snijplank.

Maar duur­zaamheid stopt niet bij de bakjes en flessen. Misschien hoef je niet per se die tropische vrucht, die al duizenden kilo­meters heeft afgelegd, mee de berg op te nemen. De boer­de­rij­winkel in het dal heeft onge­twijfeld veel lekkernijen, die ook perfect zijn voor een bergtocht. Het grote voordeel: in lokale winkels of op markten kun je onverpakte producten kopen. Dus: recht­streeks vanuit de winkel in je brood­trommel en mee de berg op. Zo ondersteun je ook nog eens de lokale boeren en kleine bedrijven in de regio.

Imagefoto met de MADDOX GTX LO,

Onderweg Ontdek nieuwe gebieden en plan­ten­soorten

Als je op pad bent in de natuur, ontdek je langs het pad allerlei planten en dieren. Vrij naar het motto “Je waardeert alleen wat je kent” is het zeker de moeite waard om je eigen horizon wat te verbreden. Zoek af en toe op welke plant je net ontdekt hebt, of bekijk de talrijke infor­ma­tie­borden langs de weg, die op vele wandel­routes te vinden zijn. Immers, hoe meer begrip we hebben voor de natuur en de complexe ecolo­gische verbanden, hoe meer we begrijpen dat ze het beschermen waard zijn.

Het is ook belangrijk om de wandelpaden in het algemeen te beschermen. Veel routes zijn heel populair en in het hoog­seizoen bijna overvol. Als er te veel natuur­lief­hebbers tegelijk op pad zijn, kan de natuur in deze gebieden zich maar moeilijk herstellen. Het is daarom de moeite waard om een nieuwe route uit te proberen en minder bekende bestem­mingen te verkennen. Indien mogelijk kun je de bekendere doelen ook in het laag­seizoen bezoeken. Dat is niet alleen goed voor de natuur, maar ook voor je zenuwen.

Imagefoto met de MADDOX GTX LO,

Onderweg Blijf op de aangegeven paden

Bossen, weiden, heide­velden, rotsen – de natuur prikkelt alle zintuigen. Tijdens het wandelen kunnen we genieten van grote en kleine natuur­ver­schijnselen. Of het nu gaat om een ruisende waterval of een hert dat op een open plek graast – in de natuur zijn we als wandelaars alleen maar te gast. Om die reden is het belangrijk om de natuur de ruimte te geven. Daarom moet je in ieder geval rekening houden met het volgende:

  1. Blijf op de aangegeven paden.
    Laat de natuur met rust in de kern­ge­bieden en blijf op de paden. Daarmee bescherm je niet alleen dieren en planten, maar ook jezelf. Vermijd dus kortere wegen en ga terug naar het laatst bekende punt als je eens de weg kwijt bent. Zo verlies je je oriëntatie niet en beweeg je je op een mili­eu­vrien­delijke manier door de natuur.

  2. Planten en dieren: alleen kijken, niet aanraken!
    Langs de paden vind je vaak zeldzame plan­ten­soorten en kun je menig wild dier observeren. Maar ook hier geldt: alleen kijken, niet aanraken! Zelfs als de dieren nieuws­gierig zijn en bij je in de buurt komen – bewaar afstand en geniet van het moment. Voer en aai de dieren in ieder geval niet. Voor planten geldt: Bekijken en foto’s maken – mag altijd. Meenemen en afbreken – in geen geval. Vooral berg­bloemen zijn vaak beschermd en komen maar zelden voor.

  3. Doe honden aan de lijn
    Natuurlijk vinden onze vier­voeters het ook leuk om met ons te gaan wandelen. Maar zorg er dan wel voor dat je je hond altijd in de buurt houdt. Je kunt hem beter aan de lijn doen.

  4. Houd bij klim­tochten rekening met het broed­seizoen van vogels
    Ook al komen er op de wanden waar je klimt weinig planten voor, toch nestelen sommige vogels wel in de rots­wanden. Je kunt je het beste vooraf informeren over het broed­seizoen, zodat je de vogels niet stoort. Als je een nest tegenkomt, verstoor het dan nooit.

  5. Vermijd lawaai in het bos
    Voor veel mensen is het bos een plek van rust – en dat moet ook zo blijven. Het bos is namelijk de thuisbasis van talrijke dieren. Zelfs als je ze niet altijd ziet, moet je er rekening mee houden. Wees daarom zo stil mogelijk, zet geen luide muziek aan en roep niet hard door het bos. Zo stoor je geen dieren of mensen en kun je zelf beter van het bos genieten. Want dat maakt zelf spannende geluiden die je in het dagelijks leven zeker niet zult horen. Geniet gewoon van de “bosmuziek” en luister goed!

Imagefoto met de MADDOX GTX LO,

Onderweg Over­nachten in de bergen

Als je een meer­daagse wandeltocht plant, moet je natuurlijk ook over­nachten in de bergen. Je kunt verblijven in hutten, maar sommige mensen besluiten om gewoon in de natuur te over­nachten. Een indruk­wekkende ervaring – maar ook daarbij zijn er wat regels waar je je aan moet houden.

  • Kampvuren alleen in aangewezen gebieden
    Als je je kamp hebt opge­slagen, verheug je je natuurlijk ook op een kampvuur. Vooral in de zomer is dat heel populair. Maar pas op: er is gevaar voor bosbrand. In Duitsland worden elk jaar bosbranden gere­gi­streerd die zijn veroorzaakt door kampvuren. Vermijd daarom open vuur op droge weiden en in de buurt van bossen en maak alleen een kampvuur als dat uitdruk­kelijk is toegestaan. Je kunt het beste alleen een kampvuur aansteken op speciaal daarvoor bestemde vuur­plaatsen. Belangrijk: houd het vuur klein en verspreid de volgende ochtend de helemaal afge­koelde as over een groot gebied.

  • Regeltjes voor het buiten­toilet
    Als je meerdere dagen onderweg bent, moet je natuurlijk af en toe naar het toilet. In het algemeen kun je daarvoor natuurlijk het beste naar een hut gaan. Maar als het toch buiten moet, zorg er dan voor dat je minstens 60 meter van water verwijderd bent, dat het toilet­papier dat je meeneemt 100% compos­teerbaar is en dat het benodigde gat in de grond minstens 15 cm diep is.

  • Hang hang­matten goed op
    Als je niet op de grond wilt slapen, kun je ook rust vinden in een hangmat. Als je die niet hebt, kun je ook gemak­kelijk zelf een hangmat maken van stof en een touw. Hiervoor heb je een stabiele stof nodig (afme­tingen ca. 300cmx140cm) en een lang en rekbaar touw (ca. 25m lang).

    Vouw de smalle zijden zo in elkaar dat je er een touw aan kunt vast­binden zonder dat het er weer af glijdt. Als je een steen of een stuk hout mee knoopt, kan het touw er niet gemak­kelijk uit glijden. Hang de twee touwen nu op tussen twee bomen – en klaar is de doe-het-zelf hangmat voor onderweg. Als je de touwen aan een boom vastmaakt, moet je goed opletten dat je de bomen niet beschadigt. Met een extra boom­be­schermer onder het touw wordt de belasting gelijk­matiger verdeeld en voorkom je dat de bast van de boom wordt geschuurd.

2020_felixmeyer_altmuhltal_ats_atc_dsc1401

Onderweg Neem je afval mee terug

De gouden regel van duurzaam wandelen: “Alles wat je bij je hebt, neem je weer mee naar huis.” Dat geldt vooral voor afval – of je nu in een hut verblijft of een wandeling maakt. Je kunt het beste een geschikte zak meenemen in je rugzak, zodat je het afval in het dal op de juiste manier kunt weggooien. Deze regel geldt niet alleen voor plastic verpak­kingen, maar ook voor zakdoekjes of voed­sel­resten. Want het steeltje van een appel vergaat best snel, maar voor een bana­nenschil duurt dat één tot drie jaar.

Hieronder zie je voor verschillende soorten afval hoelang het gemiddeld duurt voor ze op de berg zijn vergaan:

Kauwgum: 5 jaar

Siga­ret­ten­peuken: 2 – 7 jaar

Zakdoekje: 1 – 5 jaar

Bana­nenschil: 1 – 3 jaar

Nylon­vezels: 60 jaar

Plastic zak: 120 jaar

Blikje: 500 jaar

Plastic fles: 500 – 1000 jaar

Als je onderweg afval van anderen tegenkomt, moet je dat ook inpakken en meenemen naar het dal. De natuur zal je er dankbaar voor zijn.