Tips voor over­nachten in de vrije natuur Reserveer een kamer met uitzicht

Het antwoord op die vraag hangt af van de omstan­digheden. In de Scan­di­na­vische landen hebben alle burgers onder het zoge­noemde “alle­mansrecht” basis­rechten op het gebruik van de natuur, maar in Nederland is dat anders. In principe is wild­kamperen in bijvoorbeeld de natuur, een park of het bos in Nederland verboden. Maar er zijn wel moge­lijkheden bij parti­cu­lieren, bij de boer, op een natuur­kam­peer­terrein en dergelijke. Ook zijn er in Nederland paal­kam­peer­plaatsen, vaak in het bos, waar je onder bepaalde voor­waarden gratis mag wild­kamperen. Het is dus verstandig om, waar je ook wilt over­nachten, je goed te informeren over de geldende wetten en regels. Zet uit veilig­heids­over­we­gingen je tent niet op in de buurt van uitkijk­posten, voeder­plaatsen en water­partijen.

Belangrijk bij de keuze van je slaap­plaats: laat de plek net zo achter als je hem hebt aange­troffen!

Deze regel geldt natuurlijk niet alleen voor over­nach­tingen in de natuur, maar ook in het algemeen. Als je de volgende ochtend je kampeerplek weer verlaat, neem je je gepro­du­ceerde afval mee naar huis. Denk daarom dus aan een geschikte afvalzak. Het is natuurlijk altijd verstandig om al vóór de over­nachting te bedenken wat je echt nodig hebt, en alleen dat mee te nemen. Zo vermijd je onnodig plas­ti­cafval en dergelijke. En bovendien bespaar je jezelf zo het nodige opruimwerk.

Zoals zo vaak is ook op deze vraag moeilijk een algemeen antwoord te geven. Veel hangt af van je persoonlijke gevoel. Je moet je wel vooraf voldoende informeren over de omstan­digheden en bij sneeuw, mogelijk onweer en acute hitte afzien van een over­nachting in de vrije natuur. In principe geldt dat je het beste bij matige tempe­raturen in de natuur kunt over­nachten. Het is ook handig als de slaap­plaats, vooral bij de eerste over­nach­tingen, niet al te ver van huis ligt. Zo kun je altijd nog spontaan opbreken en terug naar huis gaan als je je niet lekker voelt of als bijvoorbeeld het weer omslaat.

Hiervoor geldt dezelfde basisregel als voor vrijwel alle wande­lingen: beperk je tot het belang­rijkste en vermijd onnodige bagage!

Wat nooit mag ontbreken zijn een warme slaapzak en een isolerend slaapmatje. Een kleine tent of een bivakzak zijn ook zeer aan te bevelen. Een muskie­tennet of iets anders dat je beschermt tegen onge­wenste kleine dieren en insecten is ook een must. Denk ook aan een voorraad water en kleine snacks en een ther­mosfles met thee of iets dergelijks. Omdat het ‘s nachts vaak flink afkoelt, is warme kleding ook absoluut nood­za­kelijk. Daarnaast moeten er ook een zak- of hoofdlamp en een kleine verband­trommel op je paklijst staan. Zoals altijd moet je natuurlijk ook een mobiele telefoon bij je hebben, zodat je altijd bereikbaar bent.

Bij een over­nachting in de natuur kan het natuurlijk altijd gebeuren dat je een of andere bosbewoner tegenkomt. Wilde zwijnen, wolven en dergelijke zijn echter vaak banger voor mensen dan omgekeerd. Het is dan ook onwaar­schijnlijk dat je actief door een van deze meestal schuwe dieren wordt aange­vallen. Dat is anders voor kleine dieren zoals spinnen, kevers en vliegen. Die herkennen ook in het donker de lichaams­warmte van de mens en zoeken je dus ook ‘s nachts op. Afhan­kelijk van het seizoen moet je vooral ook goed oppassen voor teken. Controleer jezelf de volgende ochtend heel goed op tekenbeten.

Waar je ook op moet letten:

Bij een over­nachting in de vrije natuur denken veel mensen ook aan een kampvuur. Je hoeft alleen maar overdag het benodigde hout bij elkaar te sprokkelen om ‘s avonds voor warmte en gezel­ligheid te zorgen. Die gedachte begrijpen we natuurlijk wel. Toch is een kampvuur in de vrije natuur op de meeste plaatsen verboden vanwege het gevaar dat ermee gepaard gaat. Als het gebruikte hout bijvoorbeeld nog wat vochtig is, ontstaan er snel vonken, die een groot brand­gevaar vormen. Bovendien stoor je mogelijk andere bosbe­woners met de vlammen. Zie bij je over­nachting dus liever af van een kampvuur.